grasparkiet
De grasparkiet die we houden als huisdier stamt af van de wilde grasparkiet.
In het wild zijn het vooral groene grasparkieten.
De grasparkiet komt voor in Australië en zijn echte nomaden.
Dat betekent dat ze altijd rond trekken. Als er genoeg eten en drinken is blijven ze tot het bijna leeg is of helemaal op dan gaan ze weer verder.
Ze eten vooral zaden van steppen gras.
De grasparkiet begint pas met broeden als er voldoende eten is.
De pop broed 19 tot 21 dagen op de eieren en het is een legsel tussen de 3 en de 6 eieren.
Als de jongen ongeveer 30 dagen oud zijn verlaten ze het nest.
De eerste grasparkiet werd in de 19de eeuw ontdekt rond 1840 werden ze naar Engeland verscheept.
Ze werden daar erg snel populair voor dat ze in Europa waren.
Na 10 jaar kwamen ze eindelijk in Nederland.
Daar waren veel mensen blij mee en nog steeds is het een populaire vogel.
Als je een grasparkiet neemt als huisdier is de eerste vraag hoeveel neem je er.
Dat ligt aan een paar dingen.
Ten eerste als je veel tijd hebt kan je er 1 nemen want dan ben jij een vervanging van een andere parkiet.
Het beste is om ze samen te houden dus minimaal per paar.
Als je ze per paar houdt kan je alle combinaties doen maar je hebt kans dat 2 poppen niet goed gaat (naar eigen ervaring).
Als je een grasparkiet neemt moet je ook iemand hebben in de omgeving die voor je vogel wilt zorgen als je op vakantie gaat.
Een grasparkiet moet ook genoeg speelgoed hebben omdat ze zich anders vervelen.
Als je 1 grasparkiet hebt moet je geen spiegeltje ophangen in de kooi. De reden is omdat ze dan denken dat het een andere grasparkiet is en dus een band krijgen met hun spiegeltje. Daardoor kan het zijn dat ze het spiegeltje gaan voeren en de hele tijd erbij blijven.
Een grasparkiet is een verleidelijk huisdier voor een kind.
Maar hou er rekening mee dat een grasparkiet zeer teer is en makkelijk iets breekt.
Ik ken iemand die toen ze klein was een grasparkiet zo hard heeft vastgehouden dat hij eigenlijk gewurgd is.
En daarom moet je nooit kinderen alleen laten met grasparkieten. (of andere tere vogels).
